Ingrediënten
Bereiden:
Pel de garnalen en kuis de sint-jakobsvruchten:
Pel de garnalen en houd de garnaalkoppen opzij. Haal de coquilles uit hun schelp, verwijder de baarden en spoel de nootjes 10 minuten onder koud stromend water. Haal de magen van de baarden en spoel de baarden 10 minuten onder koud stromend water zodat al het zand eruit gaat.
Stoof de mosselen:
Smelt een klontje boter in een kookpot en stoof hierin de ajuin, groene selder, look en tijm gaar. Doe de mosseltjes erbij en kruid af met versgemalen zwarte peper. Haal de kookpot van het vuur wanneer de mosseltjes open gaan en ontdoe ze van hun schelp. Hou het kookvocht bij.
Maak de saus:
Smelt een beetje boter in de pan en doe de baarden van de coquilles erbij. Bak even aan en doe de groenten erbij. Bestrooi met een snuifje cayennepeper en voeg de garnaalkoppen toe.
Roer om, blus met witte wijn en doe het mosselsap erbij. Breng aan de kook en giet de room erbij. Laat 20 minuten zachtjes pruttelen en haal door een zeef.
Stoof de groenten:
Stoof de champignons aan in een klontje boter en kruid af met peper en zout. Doe de prei erbij, roer om en laat even meestoven. Snijd de tomaten in vier en haal de zaadjes eruit.
Serveren:
Verwarm de oven voor op 180°C.
Beboter een ovenschaal en vul aan de zijkanten op met de puree. Schep de groenten in het midden op de bodem. Kruid de vis met peper en zout en leg bovenop de groenten. Strooi de mosseltjes en garnalen erover en werk af met de tomaten en peterselie.
Overgiet met de saus en bestrooi met gemalen kaas en paneermeel. Plaats 20 minuten in de oven tot alles een goudbruin korstje heeft.