Ingrediënten
Bereiden:
Verwarm de volle room tot net onder het kookpunt. Voeg het citroensap toe en laat de room enkele minuten zachtjes pruttelen tot het ongeveer tot de helft is ingekookt. Laat volledig afkoelen op ijswater en laat vervolgens een nacht door een kaasdoek (of een papieren koffiefilter) uitlekken in de koelkast. Wat overblijft is verse mascarpone.
Maal de speculaaskruiden fijn in een vijzel of specerijmolen. Gebruik hiervoor steranijs, kaneel, kruidnagel, peper en nootmuskaat.
Tijd om savoiardi te maken. Een mooi woord voor lange vingers. Klop de eidooiers met de helft van de suiker tot een ruban – dat wil zeggen tot een bleek, schuimig mengsel dat in volume is verdubbeld. Klop ondertussen 8 eiwitten op tot een stevige meringue en voeg geleidelijk de rest van de suiker toe. Spatel de meringue voorzichtig met een pottenlikker door de ruban. Zeef de bloem, het bakpoeder, de speculaaskruiden en een snuifje zout. Voeg beetje bij beetje toe aan het beslag. Werk voorzichtig om de luchtigheid te behouden.
Doe het beslag in een spuitzak en spuit twee cirkels op een bakplaat bekleed met bakpapier. Gebruik, voor de vorm, een diameter net iets kleiner dan de schaal waarin de trifle wordt opgebouwd. Strooi een dun laagje bloemsuiker over de beslagcirkels. De suiker zorgt ervoor dat het vocht beter in de savoiardi blijft, waardoor ze mooi luchtig en zacht blijven. Bak de savoiardi 11 minuten op 200 graden, totdat ze mooi goudbruin en luchtig zijn.
Klop de overblijvende eidooiers schuimig met de suiker tot een ruban. Voeg de zaadjes van het vanillestokje toe. Voeg de mascarpone beetje bij beetje toe en klop op tot een lobbige massa. Doe in een spuitzak.
Serveren:
Bestrijk de afgekoelde savoiardi met espresso en leg op een eerste laag mascarponecrème in een grote glazen schaal. Herhaal deze lagen totdat je de rand van de schaal hebt bereikt, en eindig met een laag mascarponecrème. Bestrooi vlak voor het serveren met een flinke laag cacaopoeder.