Ingrediënten
Voorbereiden:
Knip de vinnen af en maak een inkeping op de rug langs de graat. Snijd voorzichtig in en verwijder de vellen en graten. Haal voorzichtig het vel eraf, begin hierbij vanaf de staart. Snijd de filets in 2.
Bereiden:
Maak de wijting dugleré:
Stoof de boter met de sjalot aan en leg de vis erbij. Kruid met versgemalen peper en zout. Blus met wat visbouillon en een scheutje wijn. Dek af met aluminiumfolie en laat ca. 3 min. garen.
Schik de vis op een warm bord en dek af met alumiuniumfolie.
Verdamp het kookvocht tot de helft, roer de botervlokjes eronder. Voeg eventueel nog wat visbouillon toe tot de saus de gewenste dikte krijgt. Neem de pan van het vuur en voeg de tomaten en peterselie toe. Verdeel de saus over de vis.
Maak de woedewijting:
Strooi bloem in een schaal, breng op smaak met versgemalen peper en zout. Giet melk in een andere schaal.
Dompel de wijting in de melk en wentel door de gekruide bloem. Ga met een klein stokje doorheen de mondholte en prik de staart eraan vast. Zo lijkt het of de vis in zijn eigen staart bijt, 'woede' wijting.
Wentel door de bloem en frituur 5 min. op 165°C. Laat uitlekken op keukenpapier.