Ingrediënten
Bereiden:
Pekel de kalkoen een dag van tevoren. Doe voor de pekel het zout, de suiker, het venkelzaad, de citroentijm en peper in een kom en meng door elkaar. Leg de kalkoen op een rooster boven een grote bak en bestrooi hem gelijkmatig met de citroentijmpekel. Zet onafgedekt 24 uur in de koelkast. Veeg overtollige pekel weg.
Verwarm de oven voor op 160 °C. Leg de kalkoen op een grote, ingevette braadslee en besprenkel hem met de olijfolie. Vul de holte van de kalkoen met de sinaasappel en de helft van de citroentijmtakjes. Schik de ui, knoflook en de resterende citroentijmtakjes rondom de kalkoen. Giet 250 ml kippenbouillon in de braadslee en dek deze losjes af met aluminiumfolie.
Zet de kalkoen 2,5 à 3 uur in de oven, waarbij je de braadslee elk uur draait en telkens 250 ml kippenbouillon toevoegt. Zet een kleine koekenpan met de boter en bruine suiker op matig vuur en roer tot de boter gesmolten is. Bedruip de kalkoen aan alle kanten met deze zoete boter. Verhoog de oventemperatuur tot 200 °C en braad de kalkoen nog eens 20-30 minuten of tot de huid overal goudbruin is. (Als de huid – vooral het borststuk – te snel bruin wordt, dek je de kalkoen af met aluminiumfolie.)
Leg de kalkoen met de ui en knoflook op een grote schaal. Giet het braadvocht in een kleine pan, giet er de resterende bouillon bij en breng aan de kook. Laat zachtjes koken tot de jus tot de helft is ingekookt. Snijd de kalkoen aan en serveer, besprenkeld met de jus.
