Ingrediënten
Bereiden:
Maak het taartdeeg:
Schep de bloem en het zetmeel in een cirkel op het werkblad. Schep het zout en de suiker langs de buitenkant van de bloem en leg er de boter naast. Doe de lauwe melk, verse gist en eidooier in het midden van de cirkel. Los de eidooier en de gist op in de melk. Meng dit alles met de bloem en de rest van de ingrediënten. Kneed het zout er pas op einde onder.
Kneed kort tot een luchtig deeg. Maak een bolletje, dek af met een handdoek en laat 10 minuten rijzen.
Maak de banketbakkersroom:
Doe een klein scheutje melk bij de eidooier en los hierin het puddingpoeder op. Doe de suiker erbij en klop goed los.
Kook de rest van de melk op samen met het vanillemerg. Giet een beetje van de warme melk bij het eimengsel en klop los. Doe het eimengsel terug bij de rest van de warme melk, breng op een klein vuurtje en onder voortdurend roeren terug aan de kook. Klop even door totdat je een mooi gebonden banketbakkersroom krijgt.
Dek af met plasticfolie en laat afkoelen in de koelkast.
Bekleed de taartvorm:
Rol het deeg uit en bekleed hiermee de taartvorm.
Maak de flanvulling en bak af:
Verwarm de oven voor op 170°C.
Klop 90 g banketbakkersroom los met de melk, suiker, 1 eitje en 3 eidooiers. Doe het vanillemerg en de bloem erbij en roer goed los. Klop de 3 eiwitten die nog overblijven stijf en los ze op in het flanmengsel.
Giet de vulling in de vorm en bak in 60 minuten mooi goudbruin in de oven.
Werk af:
Los de suiker op in het water en laat karamelliseren op een laag vuur. Voeg de hazelnoten toe en roer om zodat alle noten een laagje suiker krijgen. Strijk uit op een bakmatje en laat afkoelen. Klop ondertussen de slagroom op met de suiker. Verkruimel de afgekoelde hazelnoten in de vijzel.
Werk de taart af met de slagroom en de verkruimelde hazelnoten.