Ingrediënten
Bereiden:
Schil de aardappelen, snijd ze in stukjes en kook ze gaar in gezouten water.
Smelt een klontje boter in een steelpan op het vuur. Leg er de stronkjes witloof in en kruid ze met peper en zout. Voeg een bodempje water toe en dek de pan af met een laagje boterpapier. Laat het witloof zo gaarstoven.
Snipper de sjalot en de look fijn. Hak de champignons in kleine stukjes. Smelt een klontje boter in een pannetje op het vuur. Fruit er de sjalot en look in aan en voeg vervolgens de stukjes champignon toe. Kruid met peper en zout en laat zachtjes stoven tot het vocht uit de paddenstoelen volledig is verdampt.
Giet de aardappelen af en draai ze door de passe-vite. Voeg er een eetlepel boter, een eigeel, peper en zout aan toe. Meng goed onder mekaar. Doe de puree in een spuitzak met een gekarteld spuitmondje. Neem een ingeboterde bakplaat en spuit er pommes duchesse op. Doreer de pommes duchesse met een mengsel van losgeklopt ei en enkele druppeltjes water. Bak in de oven gedurende 10 minuten tot de bovenkant mooi goudbruin is.
Haal de champignons van het vuur en roer er nog wat broodkruim onder.
Smelt voor de bechamel een klontje boter in een pannetje op het vuur. Roer er de bloem onder. Laat de roux even bakken zodat de bloemsmaak verdwijnt en voeg er daarna de melk aan toe. Laat al roerend indikken tot een gladde saus. Kruid af met peper en zout en roer er nog de twee kazen onder.
Neem een ovenschotel en boter deze in. Leg er de witloofstronkjes in en snijd ze open. Schep in de opening de champignonmengeling en lepel er de kaassaus over. Bestrooi met nog wat extra Parmezaanse kaas en gratineer de ovenschotel enkele minuutjes in de oven.
Schik de pommes duchesse en het gegratineerde witloof mooi op bordjes. Werk nog af met extra kaassaus, Parmezaanschilfers en blaadjes rucola.
