Ingrediënten
Het beroemdste Italiaanse nagerecht maak je met mascarpone, een zachte, bijna zoete kaas. Hij is heel polyvalent in de keuken. De Milanezen gebruiken hem zowel voor zoete als zoute gerechten. Je kunt mascarpone bijvoorbeeld ook door een risotto roeren om hem extra smeuïg te maken.
Bereiden:
Laat de koffie afkoelen en meng er de amaretto door. Dip de vingerkoekjes in het koffiemengsel en leg ze op de bodem van een rechthoekige schotel.
Doe drie eetlepels suiker bij het eiwit en klop stijf.
Doe drie eetlepels suiker bij de eidooiers en klop tot room. Roer de mascarpone door de eierdooierroom.
Spatel voorzichtig het eiwit door het mengsel van eierdooiers en mascarpone. Je bekomt een mascarponeroom. Breng daarvan een laagje aan op de koekjes.
Herhaal dit procedé: leg een tweede laag vingerkoekjes en daarop een tweede laag room.
Laat een nachtje rusten in de koelkast.
Serveren:
Bestrooi de tiramisu net voor het serveren met flink wat cacaopoeder.