Ingrediënten
Cassata is een traditionele zoetigheid uit Sicilië: een cake met vruchtensap of likeur, ricotta, gekonfijt fruit en chocolade of vanille. Rond de cake zit een laagje suikerglazuur. Het recept zou een erfenis zijn van de Arabieren.
Maak de cake:
Bewerk de boter met de suiker en de eierdooiers tot een lichte, homogene massa. Doe er de gezeefde bloem bij. Klop de eiwitten stijf in een vetvrije kom en voeg toe aan het deeg. Beboter de cakevorm en bestrooi hem met bloem. Doe het deeg in de cakevorm en bak in een voorverwarmde oven van 175 °C gedurende 45 minuten. Controleer met een breinaald: als er niets aan blijft kleven, is de cake gaar.
Maak de cassata:
Neem een hoge, ronde schaal of springvorm (diameter 20 cm). Bekleed met huishoudfolie en bedek de binnenkant met plakjes cake. Houd cake over om straks af te dekken. Meng ricotta, basterdsuiker en vanillemerg of -extract. Voeg de gekonfijte vruchten, sukade en chocolade toe. Vul de met cake beklede vorm met het ricottamengsel en bedek met de overgebleven plakjes cake. Druk goed aan. Zet de vorm enkele uren in de koelkast. Stort dan de cassata op een platte schaal.
Maak de glazuur:
Roer de poedersuiker en het citroensap met de kleurstof tot een papje. Bedek de cassata helemaal met de glazuur. Werk snel, want glazuur wordt snel hard. Versier met gehalveerde bigarreaux, suikerbloemen of andere elementen. Zet de cassata in de koelkast tot het moment van serveren.