Ingrediënten
Bereiden:
Knip met een visschaar de graatjes rondom de rogvleugels weg en verdeel de rog in 2 helften.
Bereidingswijze 1:
Doe wat bloem in een schaal, kruid met zeezout en versgemalen peper. Rol de rog door de bloem, klop goed af!
Smelt boter in een bakpan tot beurre noisette (lichtbruin) en bak hierin de rog. Draai de rogvleugel om en bedruip af en toe met de boter, voeg eventueel nog wat extra boter toe.
Haal de rog uit de pan en leg op een bord. Lepel 1 el kappertjes in de pan en sprenkel er citroensap overheen. Lepel de saus over de gebakken rog en maal er wat grof zout over.
Bereidingswijze 2:
Breng water aan de kook, voeg de groenten en het bouquet garni toe. Leg de rog in de court-bouillon en laat zachtjes pocheren. Draai de rog na enkele minuten om in het pocheervocht.
Warm in een pan de boter en sjalot op, laat rustig aanstoven. Blus de sjalotjes met een scheutje witte wijn en laat even inkoken. Roer de boter onder de sjalotjes en houd warm op een zacht vuur. Werk de botersaus af met wat pocheervocht. Leg de graanmosterd en 1 el kappertjes in een pan, zeef de saus erboven. Meng alles zacht door elkaar.
Haal de rog uit het pocheervocht en serveer met de mosterd-kappertjes saus en wat grof gemalen zeezout.
Serveren:
Lekker met een gekookte aardappel.