Ingrediënten
Wie eenmaal risotto kan maken, kan daarop eindeloos variëren. Jan Buytaert verklapt zijn geheime succes-ingrediënt: “Italianen mogen dan fans zijn van olijfolie, hun risotto werken ze af met boter.”
Bereiden:
Snij ui en look fijn. Fruit ze op matig vuur in wat olijfolie glazig. Schep de risottorijst erbij, spatel hem erdoor en laat even fruiten. Voeg de bouillon toe. Breng de risotto al roerend aan de kook. Zet meteen het deksel op de pan en laat de risotto op heel laag vuur 20 minuten sudderen. Heb je je risotto graag smeuïg, laat hem dan nog 5 minuutjes langer sudderen. Lijkt je risotto te droog, voeg dan een bodempje bouillon toe. Laat nog even garen. Zet het vuur uit en laat even rusten.
Snij de boter in dunne plakjes. Leg die op de risotto. Laat onder deksel 1 min. rusten en schep goed om. Voeg de kaas toe en meng opnieuw. Klaar!
Tip van Jan: Met deze basisversie kun je eindeloos variëren. Je kunt groenten toevoegen, gevogelte of zelfs geraspte citroenschil, je kunt opteren voor een garnalenbouillon of een donkere kalfsbouillon… de mogelijkheden zijn eindeloos. Aan één ding wordt niet getornd: een risotto moet je altijd op het moment zelf maken.