Bereiden:
Schil de rode paprika’s met een dunschiller, snij ze middendoor, verwijder de zaadjes en snij in ringen. Pel de ui, snij hem middendoor en snij in reepjes. Pel het teentje look, snij het middendoor, verwijder de groene kern en snij zeer fijn.
Stoof de ui met de paprika en look in de olijfolie. Kruid met peper van de molen en zout en het paprikapoeder. Snij de worstjes in kleinere stukjes en bak ze heel kort in wat olijfolie. Kruid met de gemalen komijn.
Strijk een bakblik van 3 cm hoogte in met de olie, strooi er de bloem over en klop de overtollige bloem af. Leg het bladerdeeg in het bakblik en prik met een vork gaatjes in de bodem. Verwijder het overtollige deeg door met een deegrol over de randen te rollen. Verdeel de paprika en de ui over de bodem van het deeg. Verdeel er de stukjes worst over.
Roer de eieren los met de room, kruid bij met peper van de molen en zout. Giet over de paprika en worstjes.
Werk af:
Bak in een oven van 180 °C gedurende 25 à 30 minuten. Haal uit de oven en laat even rusten. Snijd in porties.