Ingrediënten
Bereiden:
Maak het stoofvlees:
Haal de stukjes runderstoofvlees een half uur op voorhand uit de koelkast en doe ze in een mengschaal. Bepoeder de stukken vlees met een beetje tarwebloem. Smelt boter in een ruime bakpan op een stevig vuur. Kleur de stukken stoofvlees goudbruin. Strooi er tijdens het bakken de mengeling voor stoofvlees over en roer. Tip: Doe dit eventueel in meerdere bakbeurten, zodat het vlees een beetje ruimte in de pan heeft. Doe het gekorste vlees in een ruime stoofpot met deksel. Snijd de appels in kubussen. (Verwijder het klokhuis, maar laat de schil eraan). Pel de uien en snijd ze in grove stukken. Verhit een klont boter in een bakpan en bak daarin de stukken ui en appel gedurende enkele minuten. Voeg ze nadien toe aan de pot met vlees.
Schenk het bier en de runderfond over het stoofvlees. Smeer een royale laag mosterd over de plakjes peperkoek en leg ze bovenop het vlees. Voeg takjes tijm en het laurierblad toe, en zet het deksel op de pot. Laat de stoverij zo’n anderhalf uur (of langer) pruttelen op een matig vuur, tot het vlees botermals is.
Maak het gehaktbrood gevuld met stoofvlees:
Maak het basisrecept gehaktbrood.
Schep het gare stoofvlees in een grote zeef en laat het uitlekken. Zet de stoofvleessaus aan de kant. Verwarm de oven voor op 160°C. Druk een deel van de stukjes stoofvlees plat met een vork, zodat het uit elkaar valt in malse stukjes.
Leg het ovaal vleesbroodje in een ovenschaal en maak in het midden een kuil. Schep daarin het geprakte stoofvlees. Druk het gehakt rondomrond aan, tot de stoofvleesvulling middenin het gehaktbrood verstopt zit. Maak met een koksmes kruisgewijs enkele ondiepe insnijdingen in het vleesbrood en leg er een paar klontjes boter bovenop. Bak het vleesbrood gedurende 40 minuten op 160°C.
Om zeker te zijn dat het vleesbrood perfect gaar is, prik je er een keukenthermometer in. Zorg ervoor dat het vleesbrood in de kern zo’n 68°C tot 70°C warm is. Bedek het gevuld gehaktbrood met een vel aluminiumfolie en laat het een kwartiertje rusten.
Maak de witloofsla met appel:
Maak het witloof schoon. Snijd met een aardappelmesje het taaie hartje weg. Snijd de stronkjes vervolgens in de lengte in fijne sliertjes. Was de groene appel en verwijder het klokhuis. Snijd het ongeschilde vruchtvlees in fijne reepjes. Meng alles in een schaal. Strooi wat versgemalen zwarte peper over het witloof met appel en voeg een beetje mayonaise toe. Overdrijf niet. Zorg dat er een dun laagje saus rond de groente kleeft.
Maak de frietjes:
Verwarm de friteuse tot 140 °C. Schil de aardappelen en snijd ze in dunne frietjes (ong. 5 mm beed). Spoel ze nadien onder koud water en dep de frieten droog. Frituur de aardappelreepjes een eerste keer tot ze net niet gaar zijn en nog niet kleuren. Dan zijn de frieten gepocheerd. Strooi de voorgebakken frieten op een vel keukenpapier en laat ze volledig afkoelen. Voor de tweede bakbeurt: Verhit de friteuse tot 180°C en bak de frieten goudgeel. Laat ze uitlekken op keukenpapier en strooi er een snuif zout over.
Serveren:
Warm de stoofvleessaus op. Snijd het vleesbrood met een gekarteld broodmes in brede plakken. Serveer porties vlees met witloofsla, verse friet en royaal veel stoofvleessaus.