Chocolade soufflé
Ingrediënten
Deze weelderige chocolade soufflé combineert een luchtig eiwitbeslag met een bevroren ganacheparel die tijdens het bakken smelt tot een zachte, vloeibare kern. Met pure chocolade, room, plattekaas en een vleugje yuzusap krijg je een romig en fris dessert dat extra verfijnd wordt door het waterbad in de oven en het invetten en suikerstrooien van de vormpjes. Je klopt eidooiers en eiwitten apart, spuit het beslag in de vormpjes en bakt kort op hoge temperatuur zodat de soufflés hoog en smeuïg blijven.
Stappenplan om recept “Chocolade soufflé” te bereiden
Maak de ganacheparels:
Doe de room samen met de suiker en de glucose in een steelpannetje. Breng aan de kook. Doe de chocoladedruppels in een kom en giet er de warme room op. Roer tot er geen brokjes meer zijn. Voeg dan nog de olijfolie en de boter toe. Meng goed. Doe het mengsel in een spuitzak en spuit ze in een mal om balletjes mee te maken. Laat opstijven in de diepvries.
Maak de soufflé:
Smeer de soufflévormpjes in met laagje gesmolten boter en bestrooi ze egaal met suiker. Verwijder de overtollige suiker uit de vormpjes. Plaats de vormpjes in de vriezer tot aan het gebruik.
Klop de eidooiers samen met de suiker (30 gr), de poedersuiker en het cacaopoeder tot een luchtige massa. Spatel er vervolgens de plattekaas onder. Weeg 70 gram af van deze massa.
Klop het eiwit met het yuzusap tot een schuimige massa. Voeg er geleidelijk de 60 gram suiker aan toe en klop tot stevige pieken. Meng de basismassa onder het opgeklopte eiwit.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Neem de soufflévormpjes uit de vriezer, besmeer ze opnieuw met gesmolten boter en bestrooi ze wederom met suiker.
Spuit een bodempje beslag in de elk vormpje, leg er een ganacheparel op en spuit er nog beslag bovenop zodat de parel volledig bedekt is, tot aan de rand van de vormpjes. Zet de vormpjes in een diepe ovenplaat gevuld met 2 cm water en plaats ze 7 minuten in de oven. Bestrooi ze met bloemsuiker en werk af met een takje munt.