Bereiden:
Neem een grote kookpot en laat daarin de boter smelten samen met de olijfolie.
Snijd ondertussen de knoflook, ui, sjalot, prei, wortel en selderij in fijne blokjes en stoof ze aan in de boter en de olijfolie. Let erop dat dit gewoon stooft en niet aanbakt, anders krijgt de soep straks een verbrande smaak. Voeg onmiddellijk de garnalenkoppen toe. Roer het geheel goed door en voeg nu ook de tijm en laurier toe.
Voeg zodra de groenten mooi glazig gestoofd zijn de tomatenpuree en de bloem toe. Roer het geheel goed door en let weer op dat het niet aanbrandt. Blus nu het geheel af met cognac en voeg onmiddellijk de witte wijn, het water, de kreeften- en de visbouillon toe en roer goed door. Breng even aan de kook en laat daarna een uurtje sudderen op een laag vuur.
Giet de soep door een fijne zeef in een andere kookpot en kruid goed met peper, zout en cayennepeper. Voeg ten slotte ook de room toe.
Serveren:
Schik in ieder bord een gulle portie gepelde garnalen en schep de soep eroverheen. Laat de garnalen niet meekoken met de soep, want dan worden ze taai en verliezen ze hun fijne smaak. Werk af met kleine blaadjes basilicum.