Bereiden:
Maak het glutenvrij korstdeeg.
Haal het deeg uit de koelkast. Voelt het erg hard aan, laat het dan even bij kamertemperatuur staan. Raak het zo min mogelijk aan, want daardoor wordt het warmer en dus minder sterk.
Bestuif een deegroller met bloem. Leg het deeg op een vel bakpapier en rol het tot een grote cirkel van 2 mm dik. Leg een taartvorm van 23 cm met gegolfde rand omgekeerd op de deeglap en draai ze voorzichtig samen om. Zorg dat het deeg aan alle kanten evenveel overhangt. Trek het bakpapier van het deeg. Leg de deeglap met je vingers goed, zodat de vorm er netjes mee bekleed is. Til het overhangende deeg op en druk met je duim 2 mm deeg terug in de vorm. De wand van de quiche wordt daardoor wat dikker en dat voorkomt krimp tijdens het bakken. Laat de rest van het overhangende deeg zitten; dat snijden we pas weg na het koelen. Prik de deegbodem hier en daar licht in met een vork en zet hem 15 minuten in de koelkast. Verwarm de oven voor op 180 °C/200 °C en schuif een bakplaat in de oven om mee te warmen.
Haal de deegbodem uit de koelkast en rol met een deegroller over de bovenkant van de vorm. Verwijder het overhangende deeg. Leg een vel bakpapier in de deegbodem en breng daarop een laag bakbonen aan (of ongekookte rijst of gedroogde peulvruchten). Bak de bodem zo 15 minuten. Verwijder de bakbonen en het bakpapier en bak de bodem nog 5 minuten.
Klop de melk, room en eieren in een kan door elkaar en voeg royaal zout en peper toe. Haal de bakplaat met de vorm erop uit de oven en ga snel te werk, zodat de bakplaat zo min mogelijk afkoelt. Verdeel het spek en driekwart van de kaas over de deegbodem. Schenk het eimengsel erop en strooi de rest van de kaas erover. Zet het geheel voorzichtig in de oven (zorg dat je niet morst). Bak de quiche in 30 minuten gaar en goudbruin. Hij zal een beetje gerezen zijn, maar mag niet wiebelig meer zijn.
Laat de quiche 5 minuten in de vorm afkoelen en serveer hem warm met een rucolasalade.
