Ingrediënten
Bereiden:
Maak het focacciadeeg volgens het basisrecept:
Strooi de bloem uit op je werkblad en maak een kuiltje. Giet het water in het kuiltje en los de gist erin op. Meng de olijfolie met een snuifje zout en suiker onder de bloem. Kneed met de hand tot een glad deeg. Rol tot een bolletje, dek af met een vochtige handdoek en laat minimum 2 uur rijzen op een warme plaats.
Vorm het deeg met je handen tot een platte, ronde vorm en bestrijk met olijfolie. Prik met een vork gaatjes in het deeg en bestrooi met fijngehakte oregano, venkelzaad en grof zeezout. Snijd de kerstomaatjes in twee en verdeel ze over de focaccia. Bak de focaccia nu gedurende 20 à 25 minuten op 220 graden in de oven (of op de barbecue onder deksel).
Snijd ondertussen de aubergine in dunne plakjes en bak deze goudbruin in een scheutje olijfolie. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Haal de focaccia uit de oven. Verdeel er de schijfjes aubergine, de burrata en de Parmaham over. Snijd het brood in stukjes alvorens het te serveren.