Ingrediënten
Bereiden:
Breng een pot met gezouten water, citroengras, limoenblaadjes en gember aan de kook. Laat tien minuutjes zachtjes pruttelen zodat alle aroma’s vrij kunnen komen. Kook er vervolgens gedurende tien minuten de basmatirijst in. Giet de rijst af.
Stoof het uitje aan in een scheutje olijfolie. Voeg de champignons en de overige aromaten toe. Bevochtig met kokosmelk en voeg kippenbouillon toe. Laat een kwartiertje pruttelen op zacht vuur. Passeer de jus vervolgens door een zeeen monteer de saus op met een klontje boter. Voeg het sap van een limoen, een scheutje sushiazijn toe en schuim de saus op met een staafmixer.
Rooster de grof gehakte pindanoten in een pan zonder vetstof. Meng er de sesamzaadjes onder.
Blancheer het wit van de lente-ui kort in kokend water.
Snijd de avocado in blokjes. Besprenkel met olijfolie, zeezout en zeste van limoen.
Bak de zeebaarsfilets kort aan in een scheutje olijfolie (eerst op de velkant). Zet de vis vervolgens gedurende een drietal minuutjes in een voorverwarmde oven van 180 graden.
Snijd de kropjes sucrinesla in twee en bak ze aan in een scheutje olijfolie. Voeg ook de stengels lente-ui toe. Kruid met peper en zout. Blus met een scheutje sushiazijn.
Serveren:
Doe de Thaise saus in een sauskommetje.
Neem een diep bord. Schik de sucrinesla, de lente-ui en de avocadoblokjes mooi in het bord. Strooi er wat geroosterde pindanootjes en sesamzaadjes over. Leg de zeebaars er mooi bij. Bestrooi met zeezout. Werk af met verse kruiden.
Serveer met de basmatirijst en de Thaise jus.