Ingrediënten
Bereiden:
Gaar het witloof:
Snijd de harde kern uit het witlof maar vermijd dat de blaadjes loslaten. Kies een ruime pan met opstaande boord en wrijf de bodem in met wat boter. Verhit de pan op een matig vuur en leg er de stronkjes witloof in. Kruid de groente met peper en zout. Knip een rondje uit een vel bakpapier dat de hele inhoud van de pan bedekt. Voeg een scheutje water toe om de stronkjes te braiseren. Leg het vel bakpapier erop en laat de groente zacht karamelliseren gedurende zo’n 15 minuten. Het witloof mag een goudbruin korstje krijgen.
Maak de bloemkoolsaus:
Verwijder het loof en snijd de bloemkool in roosjes. Ook de steel van de bloemkool snijd je in kleine stukjes. Kook de bloemkool beetgaar in lichtgezouten water. Meng intussen de zachte boter met de bloem tot een koude roux of ‘beurre manié’. Giet de gare bloemkool af en doe de groente in de beker van de Kitchenaid blender. Lepel er een deel van het boter-bloemmengsel bij en voeg de melk toe. Voeg wat nootmuskaat, peper en zout toe en mix alles. Voeg indien nodig wat extra van de koude roux toe en/of melk, tot je een dikke gladde saus krijgt.
Stel de ovenschotel samen:
Verwarm de oven voor tot 190 graden. Rol een snee hesp rondom elk stronkje witloof en schik ze in een ruime ovenschaal. Schil de aardappelen en rasp ze fijn. Doe de rauwe aardappelsnippers in een schone theedoek (of neteldoek) en wring er het vocht uit. Rasp ook de kaas.
Schenk de warme saus met bloemkool over de witloofrolletjes. Bedek de schotel gelijkmatig met de geraspte aardappel en de kaas. Gaar de ovenschotel zo’n 20 minuten in de voorverwarmde oven tot de aardappel-kaaskorst goudbruin is. Schakel eventueel de ovengrill even in.
Serveren:
Serveer de witloofrolletjes in pruttelende bloemkoolsaus recht uit de oven.
