Varkenshaasje met gegratineerde schorseneren

Was de schorseneren grondig met lauw water. Schil ze, snijd ze in stukken en leg ze onmiddellijk in water met azijn zodat ze niet bruin worden.

Maak een blanc door azijn, zout, bloem en water te mengen. Giet dit in een pot met kokend water en voeg ook de schorseneren toe. Kook ze beetgaar in 15 à 20 minuten en zet het vuur af. Laat de schorseneren wat afkoelen in het kookvocht. 

Kruid het varkenshaasje met peper en zout. Verhit een klontje boter en een scheutje olijfolie in een pan op het vuur. Bak er het varkenshaasje kort in aan tot het rondom rond goudbruin is. Smeer het vervolgens in met een laag mosterd en plaats 6 minuten in de oven op 200 graden.

Smelt voor de bechamelsaus de boter in een steelpannetje op het vuur. Voeg de bloem toe en roer tot een roux. Laat gedurende 2 à 3 minuten garen zodat de bloemsmaak verdwijnt en voeg dan al kloppend de melk beetje bij beetje toe. Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat.

Haal het vlees uit de oven en laat rusten onder aluminiumfolie. Doe ondertussen de sojasaus en de honing samen in een klein steelpannetje. Laat inkoken op het vuur tot stroperig.

Giet de schorseneren af en laat ze uitlekken. Schik ze in een ovenschaal en overgiet ze met de bechamelsaus. Verdeel er de gemalen kaas over en gratineer onder de grill in de oven.

Lak het varkensvlees met de reductie van sojasaus en honing. Serveer het vlees met de gegratineerde schorseneren.