Ingrediënten
Pesto komt van pestare, aanstampen, en maak je dus in een vijzel. In Ligurië heeft elk stadje zijn recept. Soms bevat de pesto bijvoorbeeld walnoten in plaats van pijnboompitten. Volgens de traditie eet je pesto met trofie, pastaspiraaltjes gemaakt van deeg zonder eieren.
Bereiden:
Begin met de pasta. Trofie zijn deegwaren zonder eieren. Maak een kuiltje in de bloem, giet er een beetje water in en kneed het door de bloem. Herhaal dit tot het een mooie deegbal wordt. Wikkel het deeg in plasticfolie en leg een half uur in de koelkast.
Begin met de pasta. Maak een kuiltje in de bloem, giet er een beetje water in en kneed het door de bloem. Herhaal dit tot het een mooie deegbal wordt. Wikkel het deeg in plasticfolie en laat een half uur rusten in de koelkast.
Maak ondertussen de pesto. Pluk de basilicumblaadjes van de steeltjes en doe ze in de vijzel. Doe de look en de pijnboompitten erbij. Stamp plat in de vijzel en voeg voorzichtig olijfolie en Parmezaanse kaas toe.
Strooi een laagje van de Parmezaanse kaas uit in een hete pan op het vuur. Laat smelten. Zet er een kommetje op en draai de pan ondersteboven. De kaas moet over de onderkant van het kommetje hangen. Laat drogen in het kommetje zodat het de vorm van een korfje krijgt.
Haal het pastadeeg uit de koelkast, verdeel het in stukken en kneed het tot lange rolletjes. Neem een breinaald en wikkel de pasta errond zodat je ruwe spiraaltjes krijgt. Besprenkel regelmatig met bloem om te vermijden dat de pasta kleeft.
Kook de trofie beetgaar in gezouten water. Laat niet helemaal uitlekken, maar roer de pasta met een beetje vocht door de pesto.
Zet een Parmezaankorfje op een bord. Vul op met de trofie en werk af met Parmezaanse kaas, een blaadje basilicum en olijfolie.