Ingrediënten
Bereiden:
Maak eerst de bumbu. Rooster de hele specerijen in een droge koekenpan. Wrijf ze fijn in de komvormige vijzel of maal fijn in een specerijenmolentje. Voeg de vermalen specerijen samen met de overige ingrediënten in stappen toe aan een grote platte vijzel en wrijf tot een pasta. Je kunt alles ook in een blender fijnmalen met een eetlepel kokos- of zonnebloemolie. Zet een braadpan op het vuur en verhit de olie. Voeg de bumbu toe, roerbak minstens 10 minuten op laag vuur.
Zout intussen de kippendijen, masseer ze met het tamarindewater en houd apart.
Voeg de kip toe met de kokosmelk, de salamblaadjes, de limoenblaadjes, de citroengras, het zout (wees zuiniger als je met bouillon werkt) en zoveel bouillon of water tot de kip net onder staat. Laat nu op laag vuur een uur stoven (langer mag ook maar is niet nodig bij kip). Proef en corrigeer eventueel op smaak. Neem de kip uit de saus en pluk hem. Leg weer terug in de pan en houd warm.
Terwijl de kip gaart, rooster je de kokosrasp in een droge koekenpan tot diepbruin- kijk daarbij wel uit dat de rasp niet verbrandt. Doe over in een vijzel en maal fijner. Voeg 2/3 vlak voor het einde van de kooktijd toe aan de kip en roer door. Bewaar de rest voor de garnering.
Plet voor de spinazie de knoflook met een koksmes. Verhit de zonnebloemolie in een wok of ruime koekenpan. Fruit de knoflook kort aan. Snij de spinazie grof. Voeg toe aan de wok met de vissaus en roerbak snel op hoog vuur tot de groente is geslonken. Maak af met een kneep limoensap, roer door elkaar en haal van het vuur.
Serveer de kip met witte rijst en de spinazie. Strooi de resterende kerisik erover.
