Ingrediënten
Bereiden:
Maak de oesters open en snij ze los. Vang het sap op in een steelpannetje. Voeg hier de sjalot, de karnemelk en het citroensap aan toe. Verwarm zachtjes op het vuur zodat de sjalot lichtjes gaart.
Maak ondertussen de dille-olie. Doe de dille en de olie samen in een steelpannetje en verwarm op het vuur tot 50 graden. Haal de olie vervolgens van het vuur en mix tot een gladde massa. Passeer de olie door een zeef.
Snij het bruin brood in blokjes en bak de blokjes aan in een scheutje olijfolie. Kruid met zout en bak goudbruin.
Serveren:
Snij de oesters in stukjes en leg ze terug in de schelpen. Beleg met wat opgelegde knolselder en een toefje zure room. Overgiet met een klein lepeltje van de karnemelk-saus en de dille-olie. Werk af met geraspte mierikswortel en enkele broodcroutons.
Serveer de oesters op ijs of op grof zout.