Ingrediënten
Bereiden:
Laat de witte bonen wellen (minimum twee uur maar nog beter een nacht) in water. Laat de bonen uitlekken en mix met de hakmolen fijn. Kruid met peper, zout, komijnpoeder, gemberpoeder, geroosterde look, geraspte look en maïszetmeel.
Verwarm de friteuse voor op 180°C. Rol bolletjes van het bonenmengsel. Frituur de falafelballetjes ongeveer 8 minuten. Laat uitlekken op keukenpapier.
Snijd met een parisienne kleine bolletjes uit de krokante appels en de peer. Besprenkel met wat ciderazijn. Snijd het overgebleven vruchtvlees klein en mix met een handmixer tot pulp. Meng met de appel- en perenstroop en de appelazijn. Haal door een zeef. Kruid met peper en zoutvlokken, olijfolie en wat fijngesneden dragon.
Snijd het spek in kleine blokjes krokant in een scheutje olijfolie. Snijd de dikke boterham in grote croutons en bak in de vetstof van het spek tot mooi bruin. Voeg op het laatst de appel- en perenbolletjes nog even toe aan de pan.
Serveren:
Meng de rucola met de veldsla en wat van de vinaigrette. Leg de falafel op de salade, verkruimel er de zachte geitenkaas over en werk af met de fruitbolletjes, het spek en de broodcroutons.