Ingrediënten
Bereiden:
Maak de ragù:
Verhit de olie en stoof de groenten kort aan. Voeg de rode ui en het vlees toe, besprenkel met olijfolie en laat het vlees krokant bakken. Breng op smaak met de kruidenmix met zeezout. Blus af met rode wijn en laat kort inkoken. Voeg de passato toe en kruid af met de kruidenmix met zeezout, peper en basilicum. Zet, zodra de saus aan de kook is, het vuur lager en laat ca. 20 minuten zachtjes sudderen.
Maak de lasagne vellen:
Maak een kuiltje in de bloem, breek de eieren erin en kneed met je handen goed door. Rol het deeg tot een bolletje, wikkel in plastikfolie en laat 30 minuten rusten in de koelkast. Halveer het bolletje en rol het deeg uit. Snijd in fijne plakjes en kook de lasagnevellen beetgaar in ruim gezouten kokend water met olijfolie. Laat de lasagne blaadjes uitlekken op een propere keukenhanddoek.
Maak de béchamelsaus:
Laat de boter smelten en klop de bloem erdoor. Voeg onder voortdurend roeren de room en melk geleidelijk toe. Kruid af met zout en peper, nootmuskaat en laat inkoken tot een gladde saus.
Maak de lasagne:
Verwarm de oven voor op 220°C. Schep een laagje ragout in de ovenschotel en verdeel de lasagne blaadjes erover. Maak zo twee laagjes. Schep de béchamelsaus erover en bestrooi met gemalen mozarella. Bak de lasagne 30 minuten in de voorverwarmde oven en verdeel in porties over voorverwarmde borden. Werk af met parmezaan, basilicum, peper en olijfolie.
Wijnsuggestie:
Torre di ceprano zerbina - heeft een boeket van pruimen, smaak van tabak in de afdronk en sappig
