Ingrediënten
Bereiden:
Kneed het deeg:
Doe in een diepe kom 265 ml melk, 500 gr bloem, 1 ei (50 gr), 50 gr suiker, een half blokje verkruimelde verse gist en een flinke snuf zout. Kneed 10 minuten op gemiddelde snelheid om een homogeen deeg te krijgen. Krab om de 2 minuten het deeg van de randen als het kneden niet vlekkeloos verloopt. Dit deeg lijkt een beetje op dat van de brioche Nanterre, maar het laat zich iets makkelijker bewerken.
Voeg 50 gr zachte boter toe en kneed nog 5 minuten verder. Laat het deeg onder een keukendoek 1 uur lang rijzen op kamertemperatuur.
Maak het krentenbeslag:
Giet een beetje heet water over de krenten om ze te laten wellen. Deel het deeg in tweeën. Rol een van de twee delen uit en strooi er een snufje kaneel over, een mespuntje nootmuskaat en een mespuntje gemberpoeder. Dep de krenten zo goed mogelijk droog en voeg ze eveneens toe aan het deeg.
Vormen het deeg:
Weeg het deeg en verdeel elk gedeelte in zes bollen. Idealiter moeten ze precies evenveel wegen, je kunt dus het best een weegschaal gebruiken. Rol zes deegbollen uit het beslag zonder krenten en zes bollen uit dat met krenten. Schik ze in twee schaaltjes op bakpapier.
Bedek de twee schaaltjes met een keukendoek en laat het deeg nog ruim een half uur rijzen op kamertemperatuur, tot de broodjes dubbel zo groot zijn geworden.
Afwerking:
Maak een panade van 50 ml water, 50 gr bloem en een snufje suiker. Doe die in een spuitzak. Giet 50 ml kokendheet water op 50 gr suiker en meng tot de suiker is opgelost. Teken op elke bun een mooi kruis met de panade uit de spuitzak.
Plaats een kommetje kokendheet water achter in de oven. Bak de buns gedurende 25 minuten in de oven op 180 °C. Smeer een beetje stroop op de buns als ze uit de oven komen zodat ze glanzen.