Bereiden:
Groentechips kun je enkel maken van harde groenten die niet te veel water bevatten. We kennen allemaal wel de aardappelchips, maar je kunt ook chips maken van wortelen, schorseneren, knolselder, rode biet of rapen.
Schil de groenten met een dunschiller en snij ze dan flinterdun. Je kunt hiervoor een mandoline of snijmachine gebruiken, maar een dunschiller doet het werk evengoed. Zorg ervoor dat je hele dunne plakjes krijgt. Warm de frietketel op tot 140 °C en bak de groenten tot krokante chips. Zodra het frietvet niet meer bruist, is al het vocht uit de groenten verdwenen en mag je ze uit de frietketel halen. Ontvet de groentechips op een keukenpapiertje en kruid wat bij met peper, zout, curry of paprikapoeder.
Tip: Om de chips te kruiden: doe ze na het bakken in een zak, kruid en schud ermee, zodat de kruiden overal aan de chips kleven.