Ingrediënten
Bereiden:
Maak de tartaarsaus. Kook de eitjes hard in 10 minuten in kokend water. Laat ze schrikken onder koud water, pel ze en plet ze met een vork. Meng ze met de overige ingrediënten voor de tartaar.
Kook de aardappelen gaar in gezouten water. Voeg als ze gaar zijn de erwtjes toe, zet het vuur af en laat deze een tweetal minuten mee blancheren. Giet de aardappelen en de erwtjes af. Voeg er vervolgens de boter, peper en zout aan toe. Stamp fijn en en voeg er de waterkers en de fijngehakte kruiden aan toe.
Verhit olijfolie in een antikleefpan. Dep de vis droog met keukenpapier. Haal langs beide kanten door de bloem. Schud de overtollige bloem er af.
Bak de vis twee minuten aan elke kant in de olijfolie. Voeg vervolgens de boter toe en zet het vuur zachter. Lepel regelmatig de saus over de vis. Draai de vis na twee minuten nog eens om. Kruid met peper en zout.
Haal de vis uit de pan en leg op het bord. Serveer met de puree en tartaar. Werk af met een schijfje citroen en wat blaadjes waterkers.