Ingrediënten
Bereiden:
Snijd de aardappelen (schillen hoeft niet) en knolselderij in gelijke stukken van zo'n 2 centimeter en zet net onder water met een snuf zout. Kook ze in 15 à 20 minuten gaar.
Hak intussen de peterselie fijn.
Giet de aardappelen en knolselderij af en stamp samen met een scheutje melk tot een smeuïge puree. Breng op smaak met een snufje nootmuskaat, zout en zwarte peper. Meng de mosterd en de helft van de peterselie erdoor.
Smelt een klont boter in een pan en bak de vis in de bruisende boter 2 à 3 minuten aan elke kant op middelhoge temperatuur. Kruid met zout en zwarte peper. Controleer of de vis gaar is: als hij nog een beetje glazig is en je hem vlot uit elkaar kunt trekken met een vork, is hij perfect.
Haal de gebakken vis uit de pan en houd warm onder aluminiumfolie. Maak in dezelfde pan de saus (zie tip). Laat de boter smelten en lichtbruin kleuren; dit duurt l à 2 minuten. Voeg de kappertjes (uitgelekt) en een paar druppels citroensap toe aan de pan. Voeg de rest van de peterselie toe. Proef en breng verder op smaak met extra citroensap, zout en zwarte peper.
Serveer de gebakken vis met de knolselderijpuree en de boterkappertjessaus. Smakelijk!
Tip: We maken beurre noisette. In het Engels noemt men het browned butter of gebruinde boter. Maar het is eigenlijk veel meer dan dat: tijdens het bruiningsproces ontstaat ook een heerlijke nootachtige (noisette) smaak.
