Ingrediënten
Bereiden:
Voor de broodjes:
Meng bloem en zout in een kom door elkaar en druk hierin een kuiltje. Vermeng 50 ml lauwe melk met 150 ml lauw water (ca. 35 °C) en roer hier de suiker doorheen. Verkruimel de gist en los die hierin op. Giet het mengsel in het kuiltje, werk er vanaf de zijkant wat bloem door zodat een vloeibaar voordeeg ontstaat. Laat dit 10 minuten op een warme plek rijzen tot het voordeeg luchtbellen vormt.
Snijd de boter in kleine stukjes en voeg die met 1 ei toe aan het voordeeg. Kneed dit met de kneedhaken van de handmixer of in de keukenmachine in 5 tot 7 minuten tot een soepel, elastisch deeg. Laat dit afgedekt op een warme plaats 1 uur rijzen.
Kneed het deeg niet opnieuw. Verdeel het met een deegschraper in acht gelijke porties en rol die met ingevette handen tot ballen. Leg de ballen op grote onderlinge afstand op de met bakpapier beklede bakplaat. Klop het tweede ei los met de rest van de melk, bestrijk hiermee de bovenkant van de deegballen en bestrooi ze dan naar wens (eventueel met sesamzaadjes, rozemarijn, ...). Laat ze nogmaals 40 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor tot 200 °C boven-/onderwarmte. Bak de broodjes op de middelste richel van de hete oven in 15 minuten goudbruin. Neem ze dan uit de oven en laat ze afkoelen.
Voor de coleslaw:
Roer voor de dressing mayonaise en zure room met azijn, citroensap en suiker door elkaar, breng op smaak met peper en zout. Was de spitskool en snijd die in dunne reepjes. Maak de wortel schoon, schil hem en rasp hem met de groenterasp. Laat de mais in een zeef uitlekken. Meng de groenten met de dressing en laat die 10 minuten intrekken. Breng voor het serveren de coleslaw nogmaals op smaak met peper en zout.
Voor de whisky-barbecuesaus:
Roer tomatenpuree, worcestersaus, azijn en chipotlevlokken door elkaar. Pel de knoflook en pers die hierbij. Karamelliseer de suiker in een grote pan lichtbruin. Blus dit af met de whisky en het sinaasappelsap en roer tot de suiker is opgelost. Voeg hier het gekruide mengsel en 1 theelepel rookzout aan toe. Laat de saus in 10 tot 12 minuten inkoken tot een dikke substantie, roer af en toe.
Breng op smaak met peper en rookzout. Schenk de saus in een glazen fles en sluit die af, of laat de saus afkoelen en vul hiermee een knijpfles.
Voor de runderburgerschijven:
Snijd het rundvlees in blokjes. Zet een maalschijf (5 tot 8 mm) in de gehaktmolen. Draai de vleesblokjes door de gehaktmolen (of laat ze al door de slager malen).
En verder:
Was de slablaadjes en slinger ze droog, trek ze desgewenst in kleine stukjes. Was de tomaten, snijd ze in plakjes, verwijder de steelaanzetten. Verwarm de heteluchtoven voor tot 100 °C. Verhit een beetje olijfolie in een pan en bak het spek aan beide kanten knapperig. Houd het warm in de oven op een met bakpapier bekleed rooster. Halveer de broodjes en verwarm ze 6 tot 8 minuten in de oven.
Maak de pan schoon. Verhit de rest van de olijfolie en bak de burgerschijven hierin 2 tot 3 minuten. Keer ze en bak ze nog eens 2 tot 3 minuten. Bestrooi ze in de pan aan beide kanten met peper en zout, neem ze uit de pan en laat ze op keukenpapier uitlekken.
Beleg de onderste helften van de broodjes met de slablaadjes en 2 eetlepels coleslaw, en leg hierop de burgerschijf. Leg op elke burgerschijf 1 eetlepel whisky-barbecuesaus, twee plakjes bacon en 2 tot 3 plakjes tomaat. Leg de bovenste helften van de broodjes hierop en serveer de burgers meteen.
