Aubergines kan je niet rauw eten want er zit solanine in, een stof die maag- en darmklachten kan veroorzaken. Eenmaal verwerkt verdwijnt de toxiciteit.
Je kan aubergines stomen, stoven, bakken, vullen en frituren. Snijd de vrucht niet te lang op voorhand, het witte vruchtvlees wordt snel bruin.
Voor je aubergine bakt of frituurt kun je de plakken bestrooien met zout om het vocht en daarmee ook de bitterstoffen aan de vrucht te onttrekken. Door te zouten wordt het vlees steviger zodat het minder vet zal opnemen. Spoel overvloedig na +- 30 minuten en dep droog.
Kopen:
De lekkerste aubergines uit volle grond koop je van augustus tot september.
Een stevige, gave schil met zachte glans en een dieppaarse kleur wijst op versheid. Onrijpe vruchten hebben een hoogglans, overrijpe zijn mat. Overrijpe vruchten kan je wel nog eten, ze bevatten alleen meer zaadjes. Een aubergine rijpt immers ook verder van de struik af.
Bewaren:
Bewaar aubergines niet in de koelkast, want de vrucht is gevoelig voor 'lage' temperaturen en gaat 'onderkoelen'. Gevolg: bruine kroonblaadjes en bruine plekken op de schil.
Bewaar aubergines in een papieren zak op een koele plek in de kelder voor maximum 1 week.