Ingrediënten
Bereiden:
Bak de zeeduivel:
Verwarm de oven voor op 200°C. Verwijder alle vliezen van de vis en spoel goed onder koud stromend water. Breng de bloem op smaak met peper en zout en wentel de vis erdoor. Verwarm de boter en olie in een pan en schroei hierin de zeeduivel aan alle kanten. Zet ca. 10-15 min. in de voorverwarmde oven.
Maak de witte kool in béchamelsaus:
Verwijder het harde deel en de buitenste bladeren van de kool en versnijd in fijne reepjes. Spoel goed onder koud stromend water en kook gaar in kokend water met een snuifje zout.
Smelt de boter, voeg de bloem toe en roer goed door elkaar. Voeg de koude melk langzaam toe. Kruid af met peper, zout en nootmuskaat. Laat even inkoken en roer de kool onder de béchamelsaus.
Maak de saus:
Laat de kalfsfond smelten. Zeef de fond, roer er een klontje boter doorheen en laat even opkoken.
Serveren:
Haal het been uit de zeeduivel en versnijd in fijne plakjes. Leg de plakjes in een mooi rijtje op het bord, werk af met een lepeltje saus en serveer met de kool.