Witlooftaart met mosterd en gedroogde abrikozen

Een recept van Michael Sels uit het boek Lekker Lang Leven 2
Foto: Bramski ©

Proef de lekkerste winterse gerechten op je bord

Proef de lekkerste winterse gerechten op je bord

Ingrediënten

persoon personen Even geduld...
1 vel kruimeldeeg
2 el mosterd
250 gr ricotta
1 ei
7 kleine stronken witloof
7 gedroogde abrikozen
peper
zout
olijfolie

Bereiden:

Verwarm de oven voor op 200 °C.

Prik het kruimeldeeg in met een vork en rol het uit in een taartvorm.

Leg een vel bakpapier op het deeg en vul op met bakparels. Bak het deeg blind 8 minuten.

Verwijder vervolgens de bakbonen en het bakpapier, bak het deeg nog 3 minuten verder en neem de taartbodem uit de oven. Laat voldoende afkoelen.

Verlaag de oventemperatuur naar 180 °C.

Meng in een maatbeker de ricotta, het ei en de mosterd. Kruid met peper en zout en doe het mengsel op de bodem van de taartvorm.

Verhit wat olijfolie in een pan en bak de witloofstronkjes aan, voeg een scheut water toe en dek af met een deksel. Laat de stronkjes zo ongeveer 10 minuten garen. Als al het water verdampt is, kun je nog een scheutje extra toevoegen.

Wil je het witloof wat meer verbergen? Snijd het dan in kleine ringetjes en houd enkele ringetjes aan de kant voor de afwerking. Bak het andere witloof in een hete (wok-)pan bruin.

Snijd de gedroogde abrikozen in kleine blokjes en doe die samen met het gebakken witloof in de taartvorm boven op het ricottamengsel.

Bak de taart 15 minuten op 180 °C.

Tip: Ik serveer hier graag een frisse salade van lekkere bladgroenten bij. Waterkers is perfect, maar als de kropsla in mijn moestuintje klaar is om geoogst te worden, verdient die zeker een plek naast dit gerechtje.

Inspiratie & blog