Ingrediënten
Bereiden:
Maak de saus:
Week de porcini een half uurtje in warm water, giet ze af en bewaar het weekwater. Hak de porcini fijn.
Fruit de look aan in een scheutje olijfolie. Voeg pancetta, tonijn, chilipeper en porcini toe. Bevochtig het geheel met polpa en pomo e legumi. Roer er nog de fijngehakte peterselie onder. Kruid met peper en zout.
Maak de vissoep:
Doe de zeekraal, venkel en lente-ui in een grote pot. Schep er de mosselen en de vongole over. Bevochtig met witte wijn en een scheutje water. Voeg nog een klontje boter, peper en zout toe en verwarm het geheel op het vuur. Laat garen.
Zeef de gare zeevruchten en vang het vocht op in een steelpan. Meng er twee flinke pollepels van de carrettierasaus onder. Verwarm opnieuw op het vuur en laat de inktvisringen, de gamba’s en de tongrolletjes garen in de soep.
Meng alle ingrediënten voor de rouille. Bak de ciabatta af.
Serveren:
Schep de mosselen en de vongole in de soep. Besmeer de sneetjes ciabatta met een laagje van de rouille en rasp er wat Parmezaanse kaas over. Werk de soep af met wat venkelgroen en serveer met de toast.