Ingrediënten
Bereiden:
Verkruimel de tempeh met je handen. Verhit een scheutje neutrale olie (zoals zonnebloemolie) in een pan op een hoog vuur. Voeg de tempeh toe en laat mooi goudbruin en krokant bakken. Kruid met een flinke snuif zout. Zet het vuur uit en voeg ketjap, sambal en zeste van limoen toe.
Snijd de wortelen in dunne plakjes en de rode spitskool in dunne reepjes. Stoof de sjalot en de look aan in een scheutje neutrale olie in een wokpan. Voeg korianderzaad, witte peper, wortel en rode spitskool toe. Wok gedurende enkele minuten op hoog vuur.
Kook de noedels gaar in kokend water en giet ze af. Doe ze bij de groentjes in de wok. Zet het vuur lager en voeg nog sojasaus en ketjap toe. Meng alles goed onder mekaar.
Verdeel de bami over bordjes en schep er de tempeh bovenop. Werk af met korianderblaadjes.
