Ingrediënten
Bereiden:
Snij het rundvlees in dunne plakken, daarna in repen en hak het ten slotte met een koksmes fijn. Doe in een slakom en voeg er een scheutje worcestersaus, de kappertjes, de fijngesneden sjalot en 1 cl olijfolie aan toe. Kruid flink met peper van de molen en fleur de sel. Roer alles goed door elkaar en kijk de kruiding na. Bewaar in de koeling.
Steek de sint-jacobsvruchten op een vleesvork. Leg een taartrooster op een gasvuur en laat gloeiend rood verhitten. Druk er langs beide zijden de sint-jacobsvruchten in tot ze een mooi ruitmotief vertonen. Snij in 3 gelijke plakjes. Kruid ze met peper van de molen en zout.
Pel de tomaat, verwijder de zaadjes en snij het vruchtvlees in blokjes. Snij het bosuitje fijn en meng met de tomaat en 1 cl olijfolie. Snij de geborstelde champignons in dunne plakjes, besprenkel ze met het sap van de limoen en kruid met peper van de molen en zout. Was kort het gele gedeelte van de krulandijvie, droog het tussen 2 handdoeken.
Serveren:
Duw de tartaar in een ringetje van inox en schik op een groot, koud bord. Leg de schijfjes sint-jacobsvrucht dakpansgewijs op de tartaar. Verwijder de ring. Lepel de tomaat- en bosuimengeling op een lijntje naast de tartaar. Dek af met plakjes champignons. Versier het geheel met takjes shiso, kervelpluksels en krulandijvie