Ingrediënten
Bereiden:
Verwarm de oven voor op 200 graden (hete lucht) en bekleed een bakplaat met bakpapier.
Snipper de sjalot heel fijn. Snijd de butternut in blokjes van ongeveer 1 centimeter, meng er een scheut olijfolie onder, kruid ze met peper en zout en spreid ze uit over de bakplaat. Zet de bakplaat in de oven gedurende ongeveer 25 minuten om de pompoenblokjes te garen en lichtjes te roosteren.
Bak ondertussen de pancetta: snijd de plakjes pancetta in de helft en bak ze krokant in een ruime pan met een klein scheutje olijfolie. Haal ze uit de pan en houd ze apart.
Haal de pompoenblokjes uit de oven. Doe de helft van de pompoen in de blender samen met de groentebouillon en de geitenkaas en mix alles samen fijn tot een dikke, vloeibare puree. Houd de rest van de pompoenblokjes apart.
Breng de kippenbouillon tot tegen het kookpunt en houd hem warm. Verhit in een brede pot een scheutje olijfolie en fruit daarin de gesnipperde sjalot en de knoflook (die kun je erbij persen of ook heel fijn snipperen – doe hem iets later in de pot dan de sjalot, want knoflook verbrandt snel). Doe de rijst bij in de pot en laat even mee fruiten totdat de korrels doorzichtig worden (dat is al snel, laat zeker de korrels niet bruin worden). Blus met de witte wijn en wacht tot bijna alle wijn is opgenomen door de rijst. Voeg nu een kleine soeplepel kippenbouillon toe en wacht totdat het vocht grotendeels is opgenomen.
Zet het vuur iets lager en voeg de pompoenpuree toe. Meng goed en laat zachtjes aan de kook komen. Voeg dan opnieuw bouillon toe, en laat de rijst het vocht grotendeels opnemen. Blijf herhalen totdat de rijst gaar is. Dat zal ongeveer 15 minuten duren. De rijst moet nog smeuïg zijn, maar mag zeker niet te plat gekookt zijn.
Serveren:
Voeg de apart gehouden pompoenblokjes toe, samen met de pancetta en enkele fijngesneden blaadjes verse salie. Meng alles voorzichtig totdat het door en door warm is. Dien op in diepe borden en werk eventueel af met een scheutje goede olijfolie.