Bereiden:
Meng de twee soorten bloem en vorm een kuiltje in het midden, brokkel de gist in het kuiltje en giet er 2 eetlepels olijfolie en het lauwe water in. Strooi het zout aan de buitenkant van het kuiltje, zodat het niet in contact kan komen met de gist.
Kneed het deeg gedurende ongeveer 15 minuten tot een vaste deegbal. Dek af met een licht bevochtigde doek en laat het deeg ongeveer 1 uur rijzen op een warme plaats tot het verdubbeld is in omvang. Sla het deeg plat op een met bloem bestoven werkblad en verdeel het in 2 of 4 gelijke porties. Rol elk stuk deeg uit tot een dunne schijf; je kunt ervoor kiezen om 2 grote pizzabodems te maken of 4 kleinere. Leg de tallegiokaas ongeveer 20 minuten in de diepvries om het snijden te vergemakkelijken.
Leg de pizzabodems op een met bloem bestoven ovenplaat, dek af met huishoudfolie en laat ze ongeveer 20 minuten rijzen. Verwarm ondertussen de oven voor op 220 °C. Snijd de venkel in plakken van ongeveer een halve centimeter dik en snijd de rode ui in partjes. Bak de venkel op een middelhoog vuur aan in een scheut olijfolie tot ze net beginnen te kleuren. Kruid met peper en zout. Snijd de tallegiokaas in kleine blokjes. Strijk de pizzabodem(s) in met de verse kaas en verdeel de venkel en ui erover. Schik er de blokjes tallegiokaas op en strooi de pijnboompitten erover.
Zet de pizza(’s) in de oven en bak ze in ongeveer 20 minuten goudbruin. Bestrooi ze met geplukte oregano en druppel er wat olijfolie over. Serveer met een frisse salade.