Ingrediënten
Bereiden:
Kruid de parelhoenfilets met peper en zout. Bak ze in de pan rondom rond bruin en schik ze in een ovenschaal. Strooi er enkele takjes citroentijm en wat citroenolijfolie over. Gaar ze 8 minuten in een voorverwarmde oven van 200 graden.
Verwijder de gebraden parelhoen uit de ovenschaal en hou warm. Giet het braadvocht uit de pan en ovenschaal in een maatbeker en hou warm.
Roerbak in dezelfde pan als de parelhoenfilets de bospaddenstoelen met de fijngesneden look en citroentijm. Kruid de bospaddenstoelen met peper en zout. Haal uit de pan en hou warm.
Roer het aanbaksel van de pan los met 60 ml van het braadvocht. Voeg de bloem toe en roer op een matig vuur 2 à 3 minuten tot een roux.
Giet er het veenbessensap, de kippenbouillon en 2/3 van de veenbessen bij en laat inkoken tot de gewenste dikte. Voeg er de resterende bessen aan toe en laat nog 5 minuten sudderen. Breng op smaak met ahornsiroop, peper en zout.
Serveren:
Schik de parelhoenfilet op een bord en serveer er de veenbessensaus en gebakken bospaddenstoelen bij. Werk af met citroentijm en citroenolijfolie.