Bereiden:
Kruid de patrijzen vanbinnen en langs de buitenzijde met peper van de molen en zout. Kleur ze in de boter en zet ze 8 minuten in de oven op 175 °C. Overgiet regelmatig met het braadvocht om uitdroging te voorkomen.
Kook ondertussen de pappardelle al dente in een grote hoeveelheid gezouten water. Giet af, sprenkel er 2 cl olijfolie over en geef een paar draaien van de pepermolen.
Haal de patrijzen uit de oven en snij de borstfilets en de boutjes van het karkas. Hou het vlees warm.
Bak ondertussen de fijngesneden sjalotjes en look met de boschampignons in de resterende olijfolie bruin. Kruid met peper van de molen en zout.
Flambeer met de cognac, blus met de wildbouillon en room. Laat even inkoken en kruid bij met peper van de molen en zout.
Voeg de pasta bij de saus en meng goed door elkaar. Laat nog even doorwarmen indien nodig.
Serveren:
Verdeel de pasta over een warm bord en schik er de patrijzen rond. Werk af met een takje peterselie.