Ingrediënten
Bereiden:
Spoel de rijst 3 of 4 keer in koud water, totdat het water minder troebel is. Zo spoel je wat van het zetmeel weg en voorkom je papperige rijst. Doe de rijst in een pan met 1,5 keer zoveel water Of gebruik de vingerkootmethode: voeg zoveel water aan de rijst toe tot deze een vingerkootlengte onder het niveau van het water staat. Breng aan de kook en laat op middelhoog vuur onafgedekt koken tot al het vocht is geabsorbeerd. Dat duurt ongeveer 10 minuten. Schep de rijst om. Doe een deksel op de pan, liefst met een theedoek ertussen (zo druppelt de stoom die zich tegen de deksel afzet, niet terug in de pan). Draai het vuur zo laag mogelijk en laat de rijst nog 7 à 10 minuten nagaren. Schep nogmaals om. Laat de rijst nu het liefst tenminste 1 uur afkoelen. Doe dat door de rijst uit te spreiden op een bakplaat.
Snipper de sjalotten, pel de knoflooktenen en snij de pepers in ringen. Stamp de sjalotjes, de knoflook, de lombokpepers en de trassi met een snuf zout in een vijzel tot een grove bumbu (kruidenpasta).
Verwarm 1 el olie in een wok op middelhoog vuur. Fruit de bumbu zeker 5 minuten onder voortdurend omscheppen aan. Schuif de bumbu naar de zijkant van de wok. Kluts twee eieren. Bak ze aan de andere kant van de wok omscheppend tot net gestold. Voeg de rijst toe en roerbak 3 minuten op hoog vuur, tot alle ingrediënten goed vermengd zijn. Meng er 1 eetlepel ketjap manis onder.
Bak het spiegelei in een lepel olie in een hete pan. Schep de nasi goreng in een bord. Werk af met het spiegelei.
