Ingrediënten
Bereiden:
Snijd de uien in halve ringen en bak ze in een scheutje olijfolie. Voeg de kippenbillen toe (je kan ook andere stukken kip gebruiken) en laat meekleuren. Breng op smaak met kaneel, gemberpoeder, peper en zout. Laat de specerijen een half minuutje meebakken en blus het geheel vervolgens met de kippenbouillon.
Hak de schil van de ingelegde sinaasappel, de koriander en de platte peterselie fijn. Voeg bij de kip en laat rustig pruttelen onder deksel gedurende één uur.
Verhit een scheutje olie in een pan op het vuur en bak er de amandelen goudbruin in. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Doe ze vervolgens in de chopper en voeg er kaneel en suiker aan toe. Mix glad. Voeg er nog oranjebloesemwater aan toe en meng goed. Zet het mengsel even aan de kant.
Haal de kippenbillen na een uur uit de saus en laat ze afkoelen. Bindt de saus met de eieren door ze er één voor één door te roeren. Pluk de kippenbillen en meng het vlees nog samen met de rozijnen onder de saus. De vulling is nu klaar.
Smelt een klontje roomboter samen met een scheutje zonnebloemolie in een pannetje op het vuur.
Snijd de baklavavellen in vieren. Neem één vierkant velletje en bestrijk het met een laagje van de gesmolten boter en olie. Leg er een tweede en een derde vel op en bestrijk dat ook. Schep in het midden een eetlepel van de gesuikerde amandelen.
Leg hier weer een vel baklavadeeg op schep hierop het afgekoelde kipmengsel. Vouw de zijkanten naar binnen en bestrijk deze ook weer met het boteroliemengsel. Als het kipmengsel goed ingepakt is, draai je de bastilla om en leg je hem met de gevouwen kant omlaag op de bakplaat. Bestrijk de bovenkant van de bastilla met het boter-oliemengsel en bak hem in 15 minuten goudbruin en krokant in de oven.
Serveer de bastilla door ‘m om een bord te leggen en royaal met poedersuiker en kaneel te bestuiven.
