Bereiden:
Schil de rapen en snijd ze in dikke, gelijke plakken van ongeveer 1½ cm dik. Steek de rapen uit met een ronde uitsteekvorm en hak de overschotten grof.
Snijd de stelen van de waterkers en spoel de waterkers in een ruime hoeveelheid koud water, laat uitlekken. Houd enkele mooie takjes waterkers apart als garnituur.
Breng een ruime pan gezouten water aan de kook en zet een schaal ijskoud water klaar. Dompel de waterkers kort in het kokende water en dompel de waterkers onmiddellijk onder in het ijswater. Kook de gehakte raap gaar in de groentebouillon en laat afkoelen. Mix de waterkers, het teentje knoflook en de shiso met de gekookte rapen en voeg bouillon toe tot een gladde, dikvloeibare saus. Breng op smaak met peper en zout.
Verhit de sesamolie en de sojaolie in een antiaanbakpan en bak de raapschijven aan beide zijden goudbruin, laat ze op een laag vuur onder aluminiumfolie verder garen.
Warm de waterkerscoulis op een laag vuur op zonder te laten koken. Verdeel de coulis over de borden en schik er de gebakken raapschijven op en besprenkel ze met wat extra gedroogde of verse shiso. Werk af met enkele plukjes jonge waterkers.