Ingrediënten
Bereiden:
Maak de brandade:
Schil de aardappelen, snijd ze in kleine blokjes en kook ze gaar in gezouten water. Voeg na een kwartiertje de kabeljauw toe en laat nog 5 minuten verder koken tot zowel de vis als de aardappelen gaar zijn. Giet ze af, voeg een klontje boter, de waterkers en zure room toe en stamp fijn. Kruid met peper en zout.
Maak de fishsticks:
Snijd de kabeljauwfilets in reepjes van +- 2 à 3 cm dikte. Dep de vis droog met een stukje keukenpapier. Klop in een kommetje vier eieren los. Neem twee andere kommetjes en vul ze respektievelijk met bloem en panko. Haal de kabeljauwfilets elk twee maal door de bloem, het eiermengsel en de panko. Bak ze vervolgens goudbruin in een friteuse op 150 graden.
Maak de basilicumolie:
Breng water aan de kook en blancheer hierin kort de blaadjes basilicum. Giet de basilicum af en spoel hem onder koud, stromend water. Doe de basilicum samen met de zonnebloemolie in de blender en mix glad. Filter de olie door een neteldoek.
Maak de dipsaus:
Meng alle ingrediënten voor de dipsaus onder mekaar.
Serveren:
Doe de brandade op een bord en de dipsaus in een kommetje. Besprenkel de dipsaus met de basilicumolie. Serveer samen met de vissticks.