Bereiden:
Start met het maken van de marmelade. Hiervoor moet je het fruit goed wassen en met schil en al héél fijn snijden. Doe dit in een grote pan, samen met het water. Breng aan de kook. Zet het vuur uit en laat de pan 24 uur op het aanrecht staan, zodat de pectine los kan komen. Breng daarna opnieuw aan de kook en laat ongeveer 30 minuten – zonder deksel op de pan – pruttelen.
Doe de kristalsuiker erbij en laat het nog 30-40 minuten – zonder deksel op de pan – pruttelen, maar wel met regelmaat roeren. Nu is het even kijken of het de gewenste dikte heeft. Dat kun je met de achterkant van een lepel makkelijk testen. Trek je er op de achterkant van de lepel met je vinger eenvoudig een streep in, zonder dat die doorloopt, dan is je marmelade klaar. Giet het in gesteriliseerde potjes, sluit af en laat afkoelen.
Bak deze kruimels in een droge, hete pan tot het kruim knapperig is. Bewaar in een afgesloten bakje tot gebruik. Dit kun je dus prima al eerder maken.
Serveren:
Je kunt ervoor kiezen om de bol(len) burrata in zijn geheel te serveren met de losse componenten ernaast. Dan kan iedereen zijn eigen lepel maken. Of presenteer meteen alles samen op een amuselepel. Dan maak je er een heel chic hapje van.
