Blauwbes

Blauwbessen (‘airelle bleu’ in het Frans en ‘blueberry’ in het Engels) worden wel eens verward met bosbessen. Ze groeien in trossen aan vrij hoge struiken. Als ze volledig rijp zijn, komt er een bedauwd waslaagje op de schil. Dat is een teken van versheid en kwaliteit. Hun smaak is meer uitgesproken dan die van de bosbes, fruitig zoet met een kruidige toets, terwijl ze kleurloos sap hebben. Dat van bosbessen is dieppaars. Blauwbessen zijn ook twee tot drie keer groter dan bosbessen. 

Blauwbessen kan je puur eten, ze zijn zo zoet dat je er geen suiker of zoetstof aan moet toevoegen.

Verwerk ze in melk, yoghurt, roomijs, in fruitsalades of als vulling voor taart en gebak.