Ingrediënten
Bereiden:
Halveer de aubergine en snijd de helften in zo even mogelijke, lange plakken– ongeveer een halve centimeter dik. Bestrooi met zout en laat een kwartier rusten op een keukenpapier zodat er zoveel mogelijk vocht uit kan.
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Meng de ahornsiroop, appelazijn, het paprikapoeder, de misopasta, tamari en de olijfolie. Eens de aubergine uitgelekt is, smeer je met een borsteltje de aubergines rijkelijk in met dit mengsel. Begin met één kant in te smeren. Zet in de oven, 15 minuten op 180 graden. Draai de aubergines dan om en smeer de andere kant in met het mengsel. Laat nu nog eens 15 minuten garen. Hou je aubergines vooral goed in het oog, ze mogen crunchy worden, maar niet te bruin.
Spoel ondertussen de kikkererwten onder water tot ze niet meer schuimen. Doe de kikkererwten in een kom en prak ze een beetje met een vork of stamper. Dat vraagt wat kracht (zo heb je meteen die armspieren getraind ook!). Ze hoeven niet allemaal geprakt te zijn, links en rechts een hele kikkererwt is zeker oké. Snijd de lente-ui in fijne ringetjes, gebruik enkel het groen. Doe wat olijfolie in een pan en zet op het vuur. Doe de lente-ui en de kikkererwten erin. Pers daarna de knoflook erbij.
Meng ondertussen in een potje het water samen met het bouillonpoeder, de miso en kurkuma. Giet het mee in de pan en blijf roeren. Kruid stevig af met peper en zout.
Haal de aubergines uit de oven, serveer ze op een bord samen met het vegan ‘roerei’ en werk eventueel af met een takje platte peterselie.
