Ingrediënten
Bereiden:
Maak het omgekeerd bladerdeeg:
Maak de beurre manié door de boter en de bloem te mengen. Leg hem in de koelkast. Kneed de détrempe en leg die eveneens in de koelkast. Rol de beurre manié na circa 30 minuten plat en leg hem in het midden van de détrempe. Vouw de détrempe als een portefeuille om de beurre manié heen. Rol een enkele en een dubbele toer en leg het deeg een uurtje in de koelkast. Rol opnieuw een enkele en een dubbele toer. Rol het tot een dikte van 3 mm uit en snijd er een stuk van dat even groot is als de bodem van de tatinvorm. Laat het 2 à 3 uur in de koelkast rusten.
Leg de deegbodem op een met bakpapier beklede plaat en prik hem in. Leg daarop een ander vel bakpapier en een tweede plaat, dan blijft het bladerdeeg overal even dik. Zet het geheel circa 20 minuten in een tot 180 °C voorverwarmde oven. Haal de bovenste plaat weg. Bestrooi het bladerdeeg met poedersuiker en zet het nog eens circa 5 minuten op 220 °C in de oven om te karamelliseren.
Maak de vulling:
Smelt de licht gezouten boter met de zaadjes uit de gespleten en leeggeschraapte vanillestokjes. Laat ze circa 30 minuten trekken. Schil de appels, snijd ze doormidden en verwijder de klokhuizen. Snijd ze in dunne plakjes en plet ze. Giet wat gesmolten boter op de bodem van de vorm en bestrooi die met cassonade. Leg er een compacte laag van geplette plakjes appel in, giet er wat gesmolten boter over en bestrooi ze met cassonade. Zet de vorm circa 20 minuten in een tot 170 °C voorverwarmde oven. Herhaal het proces met een volgende laag geplette appelplakjes met gesmolten boter. Bestrooi het opnieuw met cassonade en zet het weer circa 20 minuten in de oven. Doe nog viermaal hetzelfde, laat de taart afkoelen en stort hem.
Serveren:
Schep de gestorte vulling op de gepakken plak bladerdeeg. Dien de taart bij voorkeur lauw op. Geef er bijvoorbeeld stijfgeklopte slagroom bij.