Ingrediënten
Bereiden:
Hak de amandelen en pistachenootjes vrij grof en verdeel ze over de glazen. Giet 400 ml van de melk in een steelpan, doe de suiker erbij en roer op laag vuur tot de suiker opgelost is. Zeef de maizena en het cacaopoeder in een mengkom, doe er een snufje. zout bij, sprenkel de resterende melk erbij en klop er met een garde een glad mengsel van.
Giet het maizenamengsel bij de pruttelende melk en blijf 3 à 4 minuten op laag vuur kloppen om te voorkomen dat er klontjes in komen, tot het mengsel dik wordt. Doe het ei en de extra eidooiers in een aparte kom en schep er al kloppend een soeplepel van het kokende mengsel bij. Giet het mengsel terug in de pan, blijf roeren en kook het puddingmengsel nog 2 minuten op heel laag vuur.
Hak de chocola fijn en snijd de boter in kleine stukjes. Giet het puddingmengsel in een kom, doe de chocola en boter erbij en roer met een siliconen spatel tot ze gesmolten zijn. Verdeel het mengsel over de glazen met de gehakte nootjes, laat ze tot kamertemperatuur afkoelen en zet ze 2 uur in de koelkast.
Verhit de oven voor de baklava tot 160°C/gasovenstand 4 en bekleed de bakplaat met bakpapier.
Smelt de boter in een bain-marie of dubbele pan en hak intussen de nootjes fijn. Kwast de vellen filodeeg in met de gesmolten boter en snijd ze doormidden. Leg twee vellen op elkaar, strooi, de nootjes en 2 eetlepels/20 g van de suiker erop en dek ze af met de andere twee ingevette vellen deeg. Snijd de baklava in 2 cm brede stroken en maak er een soort roosjes van door ze te vouwen en op te rollen. Leg de roosjes op de plaat met bakpapier en bak ze 10 minuten in de voorverwarmde oven.
Kneus intussen de kardemompeulen in een vijzel. Giet 150 ml water in een steelpan, voeg de honing, het citroensap, de gekneusde. kardemompeulen en de rest van de suiker toe en breng ze aan de kook. Haal de baklavaroosjes uit de oven, besprenkel ze met de siroop en laat ze volledig afkoelen. Haal de glaasjes pudding uit de koelkast, bestrooi ze met de gehakte pistachenootjes en leg de roosjes erop
