Ingrediënten
Bereiden:
Schil de schorseneren en snijd ze in balkjes van 1 cm op 5 cm. Doe de schorseneren in een kookpan samen met het witbier en voeg het water toe tot de schorseneren net onder staan. Breng aan de kook en laat zachtjes koken tot wanneer het vocht bijna is weggekookt en de schorseneren gaar zijn.
Kook ondertussen de farro twintig minuten in een ruime hoeveelheid kokend, lichtgezouten water. Giet af en zet opzij. Snipper de ui heel fijn en stoof glazig in de olijfolie. Voeg de farro toe en laat even meestoven. Blus met de witte wijn even uitstomen.
Voeg de groentenbouillon toe en laat alles zachtjes sudderen tot wanneer de bouillon bijna volledig is opgenomen. Voeg tot slot de room toe en laat alles zachtjes verder garen tot romige risotto.
Houd enkele plukjes kervel apart en snipper de rest fijn. Neem de risotto van het vuur en voeg de helft van de fijngesnipperde kervel toe. Kruid met peper en zout.
Voeg de boter bij de schorseneren, kruid met peper en zout en nootmuskaat en warm ze even goed door. Besprenkel de schorseneren met wat citroensap en meng er de rest van de kervel onder. Verdeel de farro over de borden, schik er de schorseneren op en werk af met enkele plukjes kervel.