Ingrediënten
Bereiden:
Snij de uien en look fijn, meng door elkaar en verdeel in 2 gelijke delen. Stoof 1 deel in 2 cl olijfolie en voeg er het lamsgehakt aan toe. Laat het even meebakken en roer het los met een vork. Kruid met peper van de molen, zout en komijn.
Voeg van het vuur de Griekse yoghurt en de fijngehakte peterselie toe. Laat afkoelen.
Stoof ondertussen de rest van de ui samen met de fijngesneden selder in de resterende olijfolie. Laat de lamsragout even meebakken.
Kruid met peper van de molen en zout en blus met de rode wijn en de passata. Voeg de tijm, laurier en oregano toe. Laat 1 uurtje op een zacht vuurtje onder een deksel koken.
Zeef de saus. Haal het vlees van de beenderen en voeg het bij de saus samen met de groentjes uit de saus.
Rol het deeg uit tot 0,5 mm dikte. Bestrijk met een losgeklopt ei.
Maak met het gehakt kleine hoopjes op het deeg. Rol een tweede vel even dik uit en leg het op de hoopjes. Druk stevig aan en snij de ravioli in vierkanten of steek ze uit met een speciaal vormpje. Druk de randen tussen de vingers nog eens stevig aan.
Kook ze heel kort in een grote hoeveelheid gezouten water. Giet de saus in een gratineerschotel. Leg er de gekookte ravioli in. Bestrooi rijkelijk met Parmezaanse kaas. Zet 20 minuten in de oven op 175 °C.
Serveren:
Serveer met een slaatje van rucola en krokant gebakken focaccia.